Pannekoekstraat, Groningen

Februari 2014: Pannekoekstraat, Groningen, Saramacca (foto: René HOeflaak)
Februari 2014: Pannekoekstraat, Groningen, Saramacca (foto: René Hoeflaak)

Drie maanden geleden wandelde ik door de Pannekoekstraat in Groningen, de hoofdstad van het district Saramacca. Een straatnaam met een verhaal. Want de straat is vernoemd naar Anna Pannekoek. Zij overleed in Groningen op 10 november 1845 en was de echtgenote van de Nederlandse dominee Arend van den Brandhof (1796-1863).

Door René Hoeflaak

Na het lezen van een artikel over Suriname in 1839 schrijft Van den Brandhof samen met twee collega’s, onder wie zijn zwager Copijn, een plan om arme Nederlandse boeren in te zetten op plantages in Suriname. ‘Goed voor de boeren, goed voor de ontwikkeling van Suriname’ zo denkt hij. Na de minister geeft ook Koning Willem II in 1842 zijn akkoord op het plan. Zij zien het plan als een oplossing voor het dreigende tekort aan arbeidskrachten op de Surinaamse plantages. Want afschaffing van de slavernij is een kwestie van tijd. Vier jaar later, in 1845, vertrekken de eerste schepen met boerengezinnen richting Suriname. Een totaal aantal van vierhonderd emigranten vertrekt naar Suriname. Doorgaans grote gezinnen. De omstandigheden en voorzieningen zijn bij aankomst echter op zijn zachtst gezegd erbarmelijk. Veel – zo niet alle- beloften blijken loos en niet te zijn waargemaakt. In het vooruitzicht gestelde voorzieningen blijken niet aanwezig. Geen huisvesting, geen vee, geen mogelijkheden tot akker- en landbouw, slechte hygiëne en nauwelijks schoon drinkwater. De boeren trekken in al twintig jaar verlaten hutjes van lepra patiënten en niet afgebouwde noodlodges. Er zit niets anders op. Binnen zes maanden sterft de helft van het aantal boeren en hun gezinsleden aan een typhus epidemie onder wie dus Anna Pannekoek, de vrouw van Van den Brandhof.  Ook zijn zwager en mede- initiatiefnemer, dominee Copijn is overleden aan de dodelijke en besmettelijke ziekte. Van den Brandhof probeert te redden wat er te redden valt en vraagt tevergeefs om financiële steun uit Den Haag. Een gele koorts epidemie in 1851 maakt opnieuw slachtoffers. De boerengezinnen die de epidemieën overleven trekken naar Groningen aan de Saramaccarivier en later richting Paramaribo. Van den Brandhof keert in 1853 samen met zijn zeven kinderen en 56 andere ‘overlevers’ terug naar Nederland. 167 personen blijven achter. De afstammelingen van deze achterblijvers staan in Suriname bekend als boeroes. Van den Brandhof overlijdt in 1863 in Terborgh in Gelderland.

Groningen, Boeroe-monument. Het pleintje in het centrum van Groningen telt zeven monumenten waaronder die ter nagedachtenis aan de Boeroes. (foto: René Hoeflaak).
Suriname, Groningen, Boeroe-monument. Het pleintje in het centrum van Groningen telt zeven monumenten waaronder die ter nagedachtenis aan de Boeroes. (foto: René Hoeflaak).

 

Leave a Reply