Een spannend dagje Frans Guyana

De weg van Paramaribo naar Frans Albina (foto: René Hoeflaak)
De weg van Paramaribo naar Frans Albina (foto: René Hoeflaak)

11/3/2013: Maart 2011. Zo maar een vrijdag in het Surinaamse Paramaribo. Nachtelijke regenval heeft plaatsgemaakt voor klamme droogte. Rond 08.00 uur komt Henny voorrijden bij het Eco Resort. Henny is de komende twee dagen onze gids en chauffeur naar de Armina Falls en Frans Guyana. Henny blijkt niet al te spraakzaam. De antwoorden op onze vragen, zoals over de planning van vandaag en morgen, zijn of onverstaanbaar of (te) kort. Als we over de Wijdenboschbrug rijden, toetsen we onze verwachting ten aanzien van onze slaapplaats.  Henny “We slapen in hangmatten, in een open tent in de jungle”. Dit is weliswaar niet conform onze verwachting en de afspraak, maar we laten het gebeuren. Henny houdt van hard rijden. Met een snelheid van boven de honderd kilometer per uur rijden we het district Commewijne binnen. Op de hobbelige weg Tamanredjo gaat het bijna mis. Bij het inhalen van een auto en een truck, rijden we frontaal af op een tegemoetkomende bus. “Je redt het niet” schreeuw ik uit. “Eikel” roept Monique. Het hadden zo maar onze laatste woorden kunnen zijn. Patrick blijft onverstoorbaar. Het loopt goed af. Een kwestie van centimeters en geen verkeerde beweging. “Sorry”, zegt Henny. We kijken elkaar aan. Ik vraag Henny wat zachter te rijden. Net als alle Surinamers hebben we immers de tijd. “Als je hard rijdt voel je de hobbels en kuilen niet”, antwoordt Henny, als de snelheidsmeter zo nu en dan op 120 staat, net als onze hartslag.

Een uurtje later, na een stop bij de Commewijnebrug, staan we met een lege accu. Vanuit het niets verschijnt een vriendelijke bezoeker van een nabijgelegen wegrestaurantje met een startkabel. Henny wordt er  niet spraakzamer op. Zeker niet als we een eindje verderop een politiecontrole naderen. Henny haalt alvast wat SRD biljetten uit zijn korte broekzak. Tot opluchting van vooral Henny worden we niet aangehouden. ”Ik ben mijn rijbewijs vergeten en dat had mij veel SRD´s kunnen kosten”. We rijden verder door het district Marowijne. Via een omleiding bij Moengo en Moengo Tapoe, de geboorteplaats van Ronnie Brunswijk, arriveren we na ruim drie uur in Albina en stappen we uit bij de Marowijne, de grensrivier tussen Frans Guyana en Suriname.

In Frans Guyana

Het eerste onderdeel van ons programma- een bezoek aan de beruchte ”Papillon” gevangenis in St.Laurent-du-Maroni is letterlijk en figuurlijk niet ver weg meer. Aan de overkant zien we Frans Guyana en daar ook ligt St.Laurent-du-Maroni. Samen met Henny stappen we in een korjaal die ons naar Frans Guyana vaart. Van enige grenscontrole is aan beide zijden van de oevers geen sprake. De gevangenis is dicht en het museum gesloten. Ons vertrouwen in Henny neemt verder af. We stellen vraagtekens bij het verdere verloop van deze twee dagen. Hoe gaat dit verder? Hoe dan ook, nu we er toch zijn maken we wel van de gelegenheid gebruik over het gevangenisterrein te lopen, het décor van het wereldberoemde boek “Papillon” van Henry Charriere.We kijken door de tralies van enkele vervallen gebouwen en staan stil bij de voormalige bibliotheek. Henny staat intussen aan de oever druk te bellen. De boot is weg en de bootsman kan hij niet meer bereiken. Henny is blij dat we nog wel een wandelingetje willen maken door St.Laurent. Hij zelf gaat niet mee en wijkt geen meter.  ”Heb geen paspoort. Als ik aangehouden wordt, krijg ik grote problemen”. Een nieuwe deuk in onze toch al zo broze relatie met Henny. “Geen rijbewijs, geen paspoort, te hard rijden, een bijna dood ervaring, lege accu´s, geen boot”. Patrick, Monique en ik houden, onder het genot van drie cappuccinno´s tegen Europees tarief,  een kort werkoverleg in een restaurantje in een straatje van  St.Laurent-du-Maroni. Hoe nu verder? Wat is wijsheid?Als drie kantoorklerken betamen, kiezen we voor zekerheid. We willen terug naar Paramaribo. En dus “faken” we op de korjaal terug naar Suriname een onverwachte noodsituatie thuis. Henny belt met zijn baas en vraagt om toestemming. Niet veel later rijden we met Henny door Albina. Niet direct richting Paramaribo maar op zoek naar een apotheek. De beoogde kok en bootsman voor de komende twee dagen is inmiddels ingestapt en blijkt doodziek.Drie uur later en eigenlijk een dag eerder rijden we de straten van Paramaribo weer binnen. Een enerverend dagje uit. Onder het genot van een DJOGO of twee stellen we ons vragen waar we nooit meer het antwoord op zullen weten. Wat is ons bespaard? Of hebben we een ervaring laten liggen? Chanté.


Leave a Reply