“Hoe duur was de suiker?” in Zeeland
4/10/2013: De film “Hoe duur was de suiker?’ van regisseur Jean van der Velde is eind september in Nederland premiere gegaan en trekt volle zalen in Nederland. Terecht, want de verfilming van de roman van Cynthia McLeod, het best verkochte boek ooit in Suriname (100.000 exemplaren), boeit van begin tot einde en schetst een interessant beeld van de kolonie Suriname in de achttiende eeuw. Een prima en laagdrempelige manier om het Nederlands slavernijverleden in Suriname bij een groter en jonger publiek onder de aandacht te brengen. Diverse recensenten en critici in zowel Nederland als Suriname, waar de film vanaf december te zien zal zijn, zijn van mening dat de film een te geromantiseerd beeld weergeeft van de keiharde en wrede werkelijkheid. Journaliste Hennah Draaibaar weerlegde die kritiek in diverse media vorige week. “Wie naar wreedheden slavernij zoekt is aan verkeerd adres” aldus Draaibaar. Een opmerking waar ik het roerig me eens ben. Het gaat hier om een verfilming van een roman en geen geschiedenisboek.
Door René Hoeflaak
De film speelt zich af in 1747. Midden in de slavernijperiode. Want hoe zit het ook alweer? Wel, rond 1610 stichten de eerste Hollandse kooplieden aan de oevers van de Surrenant rivier een handelspost met de naam Parmurbo. Met de inlijving van Suriname door Engeland in 1651, begint ook de eerste aanvoer van slaven uit Afrika richting Suriname. De Staten van Zeeland voeren een oorlog met Engeland om Suriname ‘terug’ te krijgen en in 1667 sluit De Republiek der Zeven Nederlanden met Engeland het Verdrag van Breda en ruilt Suriname met het latere New York. In 1671 telt Suriname 60 suikerplantages. De Slavernijhandel is in handen van de West-Indische Compagnie (WIC). Eind zeventiende eeuw is het aantal plantages opgelopen tot 200 . In 1738 vervalt het alleenrecht van de WIC en wordt de slavenhandel vrijgegeven aan particuliere en andere handelsondernemingen zoals de Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC). Door de jaren heen vinden steeds meer ontsnappingen plaats, krijgen de slaven steeds meer rechten en ontstaat er een soort van dialoog. In 1808 schaffen de Britten de slavernij af. Nederland volgt 55 jaar later. Op dat moment – in 1863- telt Suriname nog 35.000 slaven. De MCC was in 1807 al gestopt met de slavenhandel.
Middelburg
Vorig jaar wandelde ik in Middelburg voorbij het slavernijmonument. Het monument werd op 2 juli 2005 geopend als afsluiting van het Zeeuwse Jaar van het Slavernijverleden. Het monument is ontworpen door Hedi Bogaers uit Zierikzee en staat bij het voormalige pakhuis van de Middelburgsche Commercie Compagnie . De MCC voerde 113 slavenreizen uit. Kooplieden uit Vlissingen zelfs meer dan driehonderd. De compagnie werd in 1889 opgeheven . Een jaar na de onthulling overleed kunstenares Hedi Bogaers op 50-jarige leeftijd.
De administratie van de MCC over de slavenhandel is vrijwel volledig en intact gebleven. Om die reden werd het archief in 2011 toegevoegd aan de werelderfgoedlijst Memory of the World van UNESCO. Het archief wordt beheer door het Het Zeeuws Archief